donderdag 13 september 2007

Duitsland wijst verzoek van De Hoop Scheffer om hulp in zuiden af

De secretaris-generaal van de NATO Jaap de Hoop Scheffer heeft donderdag aan Duitsland gevraagd om wat van de 3.200 Duitse ISAF-troepen in Afghanistan van het noorden naar het zuiden te verleggen.

De Duitse regeringscoalitie van conservatieven en Sociaal Democraten van Angela Merkel heeft het verzoek echter van de hand gewezen, met als argument dat de Duitsers al belangrijk werk genoeg uitvoeren.

De Duitse troepen van de NATO-ISAF zijn gelegerd in het relatief rustige noorden van Afghanistan. Ze leiden daar het Regional Command North van de NATO-ISAF-veiligheidsmissie en vallen onder strikte beperkingen van het mandaat van hun missie dat ze niet toestaat om mee te doen bij de gevechten in het zuiden van Afghanistan.

De Duitse minister van Defensie Franz-Josef Jung suggereerde deze week dat Duitse troepen kunnen helpen bij het trainen van Afghaanse militairen in het zuiden van Afghanistan. Hierdoor ontstond een fel debat.

Coalitiegenoten waren tegen het stationeren van Duitse troepen in het zuiden, en enkele oppositiepartijen riepen op om al de Duitse troepen uit Afghanistan terug te trekken.

In veel parlementen, zoals in Italiƫ, Nederland, Duitsland, Noorwegen bestaat grote weerstand tegen de deelname van hun nationale legers aan de ISAF-missie in Afghanistan, die door tegenstanders van de missie ook wel bestempeld wordt als een aanvalsoorlog van de Britten en de Amerikanen.

Voorstanders van de missie gebruiken vaak het argument dat de Taliban in Afghanistan bestreden moet worden omdat ze anders onderdak bieden aan terroristen die een bedreiging vormen.

Na de aanslagen op Amerika van 11 september 2001 vroegen de Amerikanen aan Afghanistan om de hoofdverdachte achter de aanslagen, Osama bin Laden, uit te leveren, die op dat moment in Afghanistan verbleef.

De Taliban-regering van Mullah Omar weigerde echter de uitlevering van Bin Laden, waarna een door de VS-geleide coalitie besloot de Taliban in Kabul af te zetten, en een poging te ondernemen om Bin Laden in Afghanistan te pakken.

De Taliban-regering was binnen een paar maanden uit het zadel geworpen, maar volgens waarnemers heeft de Taliban zich gereorganiseerd en is in opstand gekomen tegen de regering van president Hamid Karzai in Kabul en de aanwezigheid van buitenlandse troepen in Afghanistan.

Door geweld dat verbonden is met de opstand zijn er de afgelopen 18 maanden in Afghanistan al meer dan 8.500 doden gevallen, en de veiligheidssituatie verslechtert volgens Karzai en het Rode Kruis nog steeds ernstiger.